vastliggen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | lig vast | lag vast | heb vastgelegen |
jij, je, u | ligt vast | lag vast | hebt vastgelegen |
hij, zij, het | ligt vast | lag vast | heeft vastgelegen |
wij | liggen vast | lagen vast | hebben vastgelegen |
jullie | liggen vast | lagen vast | hebben vastgelegen |
zij, ze | liggen vast | lagen vast | hebben vastgelegen |
PresensBeta
Example presens sentences for Vastliggen with some of the pronouns.
- De afspraak ligt vast voor morgen.
- Het belang van goede communicatie ligt vast in deze organisatie.
- De regels liggen vast en moeten worden nageleefd.
- De prijzen liggen vast tot het einde van het jaar.
- De verantwoordelijkheid ligt vast bij het management.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vastliggen with some of the pronouns.
- De informatie lag vroeger niet goed vast en veroorzaakte verwarring.
- Tijdens de vergadering werden de doelstellingen duidelijk vastgelegd.
- Toen ik jonger was, legde ik mijn plannen niet altijd goed vast.
- Het probleem was dat de regels niet strikt genoeg werden vastgelegd.
- Vroeger werden de contracten minder gedetailleerd vastgelegd.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vastliggen with some of the pronouns.
- De plannen hebben vastgelegen sinds vorige week.
- Ik ben blij dat de beslissing eindelijk is vastgelegd.
- We hebben de overeenkomst vastgelegd in een officieel document.
- Hebben jullie de details van de reis al vastgelegd?
- De resultaten zijn al langere tijd vastgelegd en geanalyseerd.