parlementen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | parlement | parlementte | heb geparlement |
jij, je, u | parlement | parlementte | hebt geparlement |
hij, zij, het | parlement | parlementte | heeft geparlement |
wij | parlementen | parlementten | hebben geparlement |
jullie | parlementen | parlementten | hebben geparlement |
zij, ze | parlementen | parlementten | hebben geparlement |
PresensBeta
Example presens sentences for Parlementen with some of the pronouns.
- De parlementen protesteren tegen de nieuwe wet.
- Ik parlementeer regelmatig met mijn collega's over onderwijskwesties.
- Jij parlementeert goed tijdens debatten.
- Hij parlementeert al jaren in het nationale parlement.
- Wij parlementeren vaak over milieuvraagstukken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Parlementen with some of the pronouns.
- De parlementen parlementeerden vroeger op een andere manier.
- Toen ik jong was, parlementeerde ik intensief in studentenraden.
- Jij parlementeerde gisteren in de commissievergadering.
- Hij parlementeerde tijdens zijn hele politieke carrière.
- Wij parlementeerden veel tijdens de formatiegesprekken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Parlementen with some of the pronouns.
- De parlementen hebben geparlementeerd over de begroting.
- Ik heb vorige week met mijn collega's geparlementeerd over de nieuwe wetgeving.
- Jij hebt al meerdere keren geparlementeerd in de Tweede Kamer.
- Hij heeft ervaring in het parlement geparlementeerd.
- Wij hebben samen met experts geparlementeerd over de economische crisis.