instellen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stel in | stelde in | heb ingesteld |
jij, je, u | stelt in | stelde in | hebt ingesteld |
hij, zij, het | stelt in | stelde in | heeft ingesteld |
wij | stellen in | stelden in | hebben ingesteld |
jullie | stellen in | stelden in | hebben ingesteld |
zij, ze | stellen in | stelden in | hebben ingesteld |
PresensBeta
Example presens sentences for Instellen with some of the pronouns.
- Ik stel mijn wekker in om 7 uur.
- Zij stelt haar computerinstellingen aanpassen.
- Wij stellen nieuwe regels voor de vergadering in.
- Jullie stellen de temperatuur van de verwarming hoog in.
- De docent stelt de opdrachtdeadline uit.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Instellen with some of the pronouns.
- Vroeger stelde ik altijd hoge verwachtingen in mezelf.
- Toen ik jong was, stelden we onze eigen regels in huis.
- Hij stelde de verkeerde parameters in voor het experiment.
- Elke dag stelde ze haar doelen bij.
- In het verleden stelden we de deadline vaker uit.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Instellen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn telefooninstellingen gewijzigd.
- Hij heeft de camera-instellingen aangepast.
- Zij hebben de software correct ingesteld.
- We hebben de instellingen voor het wifi-netwerk geconfigureerd.
- Jullie hebben de toegangsrechten ingesteld.