invloeien

Conjugations List of Invloeien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvloei invloeide inben ingevloeid
jij, je, uvloeit invloeide inbent ingevloeid
hij, zij, hetvloeit invloeide inis ingevloeid
wijvloeien invloeiden inzijn ingevloeid
jullievloeien invloeiden inzijn ingevloeid
zij, zevloeien invloeiden inzijn ingevloeid

Presens
Beta

Example presens sentences for Invloeien with some of the pronouns.

  • Ik vloeit in de rivier.
  • Jij vloeit in het gesprek.
  • Hij/Zij vloeit in de menigte.
  • Wij vloeien in de nieuwe ontwikkelingen.
  • Zij vloeien in de organisatie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Invloeien with some of the pronouns.

  • Ik vloeide in de stroom.
  • Jij vloeide in de discussie.
  • Hij/Zij vloeide in de menigte.
  • Wij vloeiden in de traditie.
  • Zij vloeiden in de omgeving.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Invloeien with some of the pronouns.

  • Ik ben ingevloeid in de groep.
  • Jij bent ingevloeid in de cultuur.
  • Hij/Zij is ingevloeid in het project.
  • Wij zijn ingevloeid in de samenleving.
  • Zij zijn ingevloeid in de markt.