ontdoen

Conjugations List of Ontdoen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontdoeontdeedheb ontdaan
jij, je, uontdoetontdeedhebt ontdaan
hij, zij, hetontdoetontdeedheeft ontdaan
wijontdoenontdedenhebben ontdaan
jullieontdoenontdedenhebben ontdaan
zij, zeontdoenontdedenhebben ontdaan

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontdoen with some of the pronouns.

  • Ik ontdoe me van mijn oude kleren.
  • Jij ontdoet je van alle verantwoordelijkheden.
  • Hij/zij/het ontdoet zich van zijn/haar slechte gewoonten.
  • Wij ontdoen ons van overbodige spullen.
  • Jullie ontdoen je van de last van het verleden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontdoen with some of the pronouns.

  • Ik ontdeed me van mijn oude kleren.
  • Jij ontdeed je van alle verantwoordelijkheden.
  • Hij/zij/het ontdeed zich van zijn/haar slechte gewoonten.
  • Wij ontdeden ons van overbodige spullen.
  • Jullie ontdeedden je van de last van het verleden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontdoen with some of the pronouns.

  • Ik heb me ontdaan van mijn oude kleren.
  • Jij hebt je ontdaan van alle verantwoordelijkheden.
  • Hij/zij/het heeft zich ontdaan van zijn/haar slechte gewoonten.
  • Wij hebben ons ontdaan van overbodige spullen.
  • Jullie hebben je ontdaan van de last van het verleden.