wegslinken

Conjugations List of Wegslinken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikslink wegslonk wegben weggeslonken
jij, je, uslinkt wegslonk wegbent weggeslonken
hij, zij, hetslinkt wegslonk wegis weggeslonken
wijslinken wegslonken wegzijn weggeslonken
jullieslinken wegslonken wegzijn weggeslonken
zij, zeslinken wegslonken wegzijn weggeslonken

Presens
Beta

Example presens sentences for Wegslinken with some of the pronouns.

  • De geluiden van het feest wegslinken langzaam.
  • Ik hoor de muziek wegslinken in de verte.
  • De zonsondergang doet de drukte wegslinken.
  • De stemming begint te wegslinken na het nieuws.
  • De herinneringen aan die dag wegslinken geleidelijk.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Wegslinken with some of the pronouns.

  • De geluiden wegslinkten geleidelijk terwijl ik wegging.
  • Vroeger, toen ik jong was, slinkten de zorgen elke dag weg.
  • De drukte slonk af en de stilte nam toe.
  • De vrolijkheid sijpelde weg terwijl de avond vorderde.
  • Terwijl hij praatte, ebde zijn stem weg.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Wegslinken with some of the pronouns.

  • De spanning is weggeweslinkt na de aankondiging.
  • De geluiden zijn langzaam weggeweslinkt.
  • Het enthousiasme heeft langzaam weggeweslinkt.
  • De pijn is uiteindelijk weggeweslinkt.
  • De interesse is volledig weggeweslinkt.