contribueren

Conjugations List of Contribueren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikcontribueercontribueerdeheb gecontribueerd
jij, je, ucontribueertcontribueerdehebt gecontribueerd
hij, zij, hetcontribueertcontribueerdeheeft gecontribueerd
wijcontribuerencontribueerdenhebben gecontribueerd
julliecontribuerencontribueerdenhebben gecontribueerd
zij, zecontribuerencontribueerdenhebben gecontribueerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Contribueren with some of the pronouns.

  • Ik contribueer aan het project.
  • Jij contribueert aan de discussie.
  • Hij/Zij/Het contribueert aan het succes van het team.
  • Wij contribueren aan een betere samenleving.
  • Jullie contribueren aan de ontwikkeling van het bedrijf.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Contribueren with some of the pronouns.

  • Ik contributeerde regelmatig aan de nieuwsbrief.
  • Jij contributeerde vroeger aan het onderzoek.
  • Hij/Zij/Het contributeerde vaak aan het debat.
  • Wij contributeerden altijd aan de vergaderingen.
  • Jullie contributeerden veel aan de website.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Contribueren with some of the pronouns.

  • Ik heb bijgedragen aan het evenement.
  • Jij hebt bijgedragen aan het goede doel.
  • Hij/Zij/Het heeft bijgedragen aan de oplossing van het probleem.
  • Wij hebben bijgedragen aan de renovatie van het gebouw.
  • Jullie hebben bijgedragen aan de prestaties van het team.