kwekken
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | kwek | kwekte | heb gekwekt |
| jij, je, u | kwekt | kwekte | hebt gekwekt |
| hij, zij, het | kwekt | kwekte | heeft gekwekt |
| wij | kwekken | kwekten | hebben gekwekt |
| jullie | kwekken | kwekten | hebben gekwekt |
| zij, ze | kwekken | kwekten | hebben gekwekt |
Presens
Example presens sentences for Kwekken with some of the pronouns.
- Ik kwek
- Jij kwekt
- Hij/Zij/Het kwekt
- Wij kwekken
- Jullie kwekken
- Zij kwekken
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Kwekken with some of the pronouns.
- Ik kwekte
- Jij kwekte
- Hij/Zij/Het kwekte
- Wij kwekten
- Jullie kwekten
- Zij kwekten
Perfectum
Example perfectum sentences for Kwekken with some of the pronouns.
- Ik heb gekwekt
- Jij hebt gekwekt
- Hij/Zij/Het heeft gekwekt
- Wij hebben gekwekt
- Jullie hebben gekwekt
- Zij hebben gekwekt