ballonvaren

Conjugations List of Ballonvaren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvaar ballonvoer ballonheb ballongevaren
jij, je, uvaart ballonvoer ballonhebt ballongevaren
hij, zij, hetvaart ballonvoer ballonheeft ballongevaren
wijvaren ballonvoeren ballonhebben ballongevaren
jullievaren ballonvoeren ballonhebben ballongevaren
zij, zevaren ballonvoeren ballonhebben ballongevaren

Presens
Beta

Example presens sentences for Ballonvaren with some of the pronouns.

  • Ik vaar graag in een luchtballon.
  • Mijn vrienden varen regelmatig met een heteluchtballon.
  • De ballonvaarder vaart over de prachtige landschappen van Nederland.
  • Wij varen vandaag met een groep in een heteluchtballon.
  • Jij vaart altijd hoog boven de wolken tijdens het ballonvaren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ballonvaren with some of the pronouns.

  • Ik vaarde vroeger vaak in een luchtballon.
  • Mijn vrienden vaarden door het hele land met hun zelfgebouwde ballon.
  • De ballonvaarder vaarde elke zomer mee in verschillende ballonfestivals.
  • Wij vaarden laatst bij zonsondergang over de bloemenvelden.
  • Jij vaarde altijd mee met je familie tijdens de vakanties.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ballonvaren with some of the pronouns.

  • Ik ben al meerdere keren in een luchtballon gevaren.
  • Mijn vrienden hebben een spectaculaire ballonvaart gemaakt.
  • De ballonvaarder is overal ter wereld met zijn ballon gevaren.
  • Wij hebben gisteren een onvergetelijke ballonvaart gehad.
  • Jij bent nog nooit in een heteluchtballon gevaren, toch?