latiniseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | latiniseer | latiniseerde | heb gelatiniseerd |
jij, je, u | latiniseert | latiniseerde | hebt gelatiniseerd |
hij, zij, het | latiniseert | latiniseerde | heeft gelatiniseerd |
wij | latiniseren | latiniseerden | hebben gelatiniseerd |
jullie | latiniseren | latiniseerden | hebben gelatiniseerd |
zij, ze | latiniseren | latiniseerden | hebben gelatiniseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Latiniseren with some of the pronouns.
- Ik latiniseer regelmatig Latijnse woorden.
- Jij latiniseert je naam voor internationale communicatie.
- Hij/Zij/Het latiniseert de wetenschappelijke termen.
- Wij latiniseren de namen van plaatsen op vakantiebrochures.
- Jullie latiniseren de titels van jullie boeken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Latiniseren with some of the pronouns.
- Ik latiniseerde vaak Latijnse woorden.
- Jij latiniseerde je naam vroeger voor internationale communicatie.
- Hij/Zij/Het latiniseerde de wetenschappelijke termen altijd.
- Wij latiniseerden de namen van plaatsen op vakantiebrochures jarenlang.
- Jullie latiniseerden de titels van jullie boeken regelmatig.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Latiniseren with some of the pronouns.
- Ik heb Latijnse woorden gelatiniseerd.
- Jij hebt je naam gelatiniseerd voor internationale communicatie.
- Hij/Zij/Het heeft de wetenschappelijke termen gelatiniseerd.
- Wij hebben de namen van plaatsen op vakantiebrochures gelatiniseerd.
- Jullie hebben de titels van jullie boeken gelatiniseerd.