toewijzen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | wijs toe | wees toe | heb toegewezen |
| jij, je, u | wijst toe | wees toe | hebt toegewezen |
| hij, zij, het | wijst toe | wees toe | heeft toegewezen |
| wij | wijzen toe | wezen toe | hebben toegewezen |
| jullie | wijzen toe | wezen toe | hebben toegewezen |
| zij, ze | wijzen toe | wezen toe | hebben toegewezen |
PresensBeta
Example presens sentences for Toewijzen with some of the pronouns.
- Ik wijs de taak aan iemand anders toe.
- Jij wijst de verantwoordelijkheid aan het team toe.
- Hij wijst de schuld aan zijn vriend toe.
- Zij wijzen de prijs aan de winnaar toe.
- Wij wijzen de taken eerlijk toe aan onze medewerkers.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toewijzen with some of the pronouns.
- Vroeger wees ik altijd de leidinggevende rol aan.
- Jij wees de fout bij jezelf toe in plaats van anderen.
- Hij wees het succes van het project aan het team toe.
- Zij wezen de verantwoordelijkheid aan de juiste persoon toe.
- Wij wezen de middelen naar de meest urgente projecten toe.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toewijzen with some of the pronouns.
- Ik heb de opdracht aan mijn collega toegewezen.
- Jij hebt de projecten aan verschillende teams toegewezen.
- Hij heeft de verantwoordelijkheid aan haar gedelegeerd.
- Zij heeft de middelen aan het onderzoek toegewezen.
- Wij hebben de taken eerlijk aan iedereen toegewezen.