verspreiden

Conjugations List of Verspreiden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverspreidverspreiddeheb verspreid
jij, je, uverspreidtverspreiddehebt verspreid
hij, zij, hetverspreidtverspreiddeheeft verspreid
wijverspreidenverspreiddenhebben verspreid
jullieverspreidenverspreiddenhebben verspreid
zij, zeverspreidenverspreiddenhebben verspreid

Presens
Beta

Example presens sentences for Verspreiden with some of the pronouns.

  • Ik verspreid folders voor een goed doel.
  • Jij verspreidt nieuws via sociale media.
  • Hij/zij verspreidt geruchten over de buren.
  • Wij verspreiden flyers op straat.
  • Zij verspreiden informatie over het evenement.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verspreiden with some of the pronouns.

  • Ik verspreidde folders voor een goed doel.
  • Jij verspreidde nieuws via sociale media.
  • Hij/zij verspreidde geruchten over de buren.
  • Wij verspreidden flyers op straat.
  • Zij verspreidden informatie over het evenement.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verspreiden with some of the pronouns.

  • Ik heb folders verspreid voor een goed doel.
  • Jij hebt nieuws verspreid via sociale media.
  • Hij/zij heeft geruchten verspreid over de buren.
  • Wij hebben flyers verspreid op straat.
  • Zij hebben informatie verspreid over het evenement.