schilderen

Conjugations List of Schilderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschilderschilderdeheb geschilderd
jij, je, uschildertschilderdehebt geschilderd
hij, zij, hetschildertschilderdeheeft geschilderd
wijschilderenschilderdenhebben geschilderd
jullieschilderenschilderdenhebben geschilderd
zij, zeschilderenschilderdenhebben geschilderd