concentreren

Conjugations List of Concentreren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikconcentreerconcentreerdeheb geconcentreerd
jij, je, uconcentreertconcentreerdehebt geconcentreerd
hij, zij, hetconcentreertconcentreerdeheeft geconcentreerd
wijconcentrerenconcentreerdenhebben geconcentreerd
jullieconcentrerenconcentreerdenhebben geconcentreerd
zij, zeconcentrerenconcentreerdenhebben geconcentreerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Concentreren with some of the pronouns.

  • Ik concentreer me op mijn werk.
  • Hij concentreert zich tijdens het studeren.
  • Zij concentreert zich op haar ademhaling tijdens yoga.
  • We concentreren ons op het oplossen van dit probleem.
  • Jullie concentreren je te veel op kleine details.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Concentreren with some of the pronouns.

  • Ik concentreerde me op mijn werk toen de telefoon ging.
  • Hij concentreerde zich tijdens het studeren, ondanks de afleidingen.
  • Zij concentreerde zich op haar ademhaling, maar bleef onrustig.
  • We concentreerden ons op het oplossen van dit probleem, maar het lukte niet direct.
  • Jullie concentreerden je te veel op kleine details en vergaten het grote geheel.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Concentreren with some of the pronouns.

  • Ik heb me geconcentreerd op mijn werk.
  • Hij heeft zich tijdens het studeren geconcentreerd.
  • Zij heeft zich op haar ademhaling geconcentreerd tijdens yoga.
  • We hebben ons geconcentreerd op het oplossen van dit probleem.
  • Jullie hebben je te veel op kleine details geconcentreerd.