betreffen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | betref | betrof | heb betroffen |
jij, je, u | betreft | betrof | hebt betroffen |
hij, zij, het | betreft | betrof | heeft betroffen |
wij | betreffen | betroffen | hebben betroffen |
jullie | betreffen | betroffen | hebben betroffen |
zij, ze | betreffen | betroffen | hebben betroffen |
PresensBeta
Example presens sentences for Betreffen with some of the pronouns.
- Dit betreft de huidige situatie.
- Ik betrek jou bij het project.
- Het betreft een ernstige zaak.
- Wij betreffen alleen de belangrijkste aspecten.
- Jullie betreffen de toekomst van ons land.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Betreffen with some of the pronouns.
- Dat betrof vorig jaar de hele organisatie.
- Toen ik jonger was, betrof dit mij niet.
- We betroffen toen alleen enkele afdelingen.
- Het betrof een complexe situatie die lang duurde.
- Jullie betroffen de fouten in het systeem.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Betreffen with some of the pronouns.
- Deze kwestie heeft mij altijd betroffen.
- Zij hebben het probleem serieus betrokken.
- Het heeft ons allen diep betroffen.
- Heb je ooit zoiets betroffen?
- Ik heb zijn familie bij het ongeval betrokken.