aanbevelen

Conjugations List of Aanbevelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbeveel aanbeval aanheb aanbevolen
jij, je, ubeveelt aanbeval aanhebt aanbevolen
hij, zij, hetbeveelt aanbeval aanheeft aanbevolen
wijbevelen aanbevalen aanhebben aanbevolen
julliebevelen aanbevalen aanhebben aanbevolen
zij, zebevelen aanbevalen aanhebben aanbevolen

Presens
Beta

Example presens sentences for Aanbevelen with some of the pronouns.

  • Ik beveel dit restaurant aan voor heerlijke gerechten.
  • Jij beveelt altijd goede boeken aan om te lezen.
  • Hij/zij beveelt deze film aan voor een leuke avond uit.
  • Wij bevelen deze vakantiebestemming aan voor ontspanning en natuurschoon.
  • Jullie bevelen deze nieuwe smartphone aan vanwege de geweldige functies.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aanbevelen with some of the pronouns.

  • Vroeger beval ik altijd dat café aan voor een gezellige sfeer.
  • Toen je hier woonde, beval jij dit restaurant vaak aan bij je vrienden.
  • Hij/zij beval dit boek aan als een onvergetelijk verhaal.
  • Elke zomer bevalen wij dit strand aan voor een geweldige vakantie.
  • Jullie bevalen deze winkel aan vanwege de vriendelijke service.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aanbevelen with some of the pronouns.

  • Ik heb dit product ten zeerste aanbevolen aan mijn vrienden.
  • Jij hebt me die fantastische serie aanbevolen om te kijken.
  • Hij/zij heeft dit hotel aanbevolen voor zijn uitstekende service.
  • Wij hebben jullie diensten aanbevolen aan andere bedrijven.
  • Jullie hebben me deze prachtige plek aanbevolen om te bezoeken.