dood wanen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | waan dood | waande dood | heb dood gewaand |
jij, je, u | waant dood | waande dood | hebt dood gewaand |
hij, zij, het | waant dood | waande dood | heeft dood gewaand |
wij | wanen dood | waanden dood | hebben dood gewaand |
jullie | wanen dood | waanden dood | hebben dood gewaand |
zij, ze | wanen dood | waanden dood | hebben dood gewaand |
PresensBeta
Example presens sentences for Dood wanen with some of the pronouns.
- Ik waan me dood als ik niet genoeg slaap krijg.
- Jij waant je dood door al die stress op het werk.
- Hij waant zich dood in die saaie vergaderingen.
- Wij wanen ons dood tijdens lange autoritten.
- Zij wanen zich dood zonder hun dagelijkse kopje koffie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Dood wanen with some of the pronouns.
- Ik waande me dood toen ik die spin zag.
- Jij waande je dood tijdens die enge droom.
- Hij waande zich dood in die donkere kelder.
- Wij waanden ons dood tijdens die zware storm.
- Zij waanden zich dood in dat verlaten huis.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Dood wanen with some of the pronouns.
- Ik heb me dood gewaand toen ik die enge film zag.
- Jij bent je dood gaan wanen na dat heftige nieuws.
- Hij is zich dood gewaand tijdens de marathon.
- Wij zijn ons dood gaan wanen door die vreemde geluiden.
- Zij zijn zich dood gewaand bij het lezen van dat boek.