baten

Conjugations List of Baten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbaatbaatteheb gebaat
jij, je, ubaatbaattehebt gebaat
hij, zij, hetbaatbaatteheeft gebaat
wijbatenbaattenhebben gebaat
julliebatenbaattenhebben gebaat
zij, zebatenbaattenhebben gebaat