bedelven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bedelf | bedolf | heb bedolven |
jij, je, u | bedelft | bedolf | hebt bedolven |
hij, zij, het | bedelft | bedolf | heeft bedolven |
wij | bedelven | bedolven | hebben bedolven |
jullie | bedelven | bedolven | hebben bedolven |
zij, ze | bedelven | bedolven | hebben bedolven |
PresensBeta
Example presens sentences for Bedelven with some of the pronouns.
- Ik bedelf de bloemen onder een laagje aarde.
- Jij bedelft je zorgen onder een glimlach.
- Hij bedelft zijn geheimen in stilte.
- Wij bedelven het huis onder de sneeuw.
- Zij bedelven de schat in de diepe put.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bedelven with some of the pronouns.
- Ik bedolf de bloemen onder een laagje aarde.
- Jij bedolf je zorgen onder een glimlach.
- Hij bedolf zijn geheimen in stilte.
- Wij bedolven het huis onder de sneeuw.
- Zij bedolven de schat in de diepe put.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bedelven with some of the pronouns.
- Ik heb de bloemen onder een laagje aarde bedolven.
- Jij hebt je zorgen onder een glimlach bedolven.
- Hij heeft zijn geheimen in stilte bedolven.
- Wij hebben het huis onder de sneeuw bedolven.
- Zij hebben de schat in de diepe put bedolven.