bedragen

Conjugations List of Bedragen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbedraagbedroegheb bedragen
jij, je, ubedraagtbedroeghebt bedragen
hij, zij, hetbedraagtbedroegheeft bedragen
wijbedragenbedroegenhebben bedragen
julliebedragenbedroegenhebben bedragen
zij, zebedragenbedroegenhebben bedragen

Presens
Beta

Example presens sentences for Bedragen with some of the pronouns.

  • Het bedrag bedraagt vijftig euro.
  • De totale kosten bedragen duizend euro.
  • Dit jaar bedraagt de omzet meer dan vorig jaar.
  • De afstand tussen de twee steden bedraagt tweehonderd kilometer.
  • Het aantal deelnemers bedraagt honderd.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bedragen with some of the pronouns.

  • Het bedrag bedroeg vijftig euro.
  • De totale kosten bedroegen duizend euro.
  • De omzet bedroeg dit jaar meer dan vorig jaar.
  • De afstand tussen de twee steden bedroeg tweehonderd kilometer.
  • Het aantal deelnemers bedroeg honderd.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bedragen with some of the pronouns.

  • Het bedrag heeft vijftig euro bedragen.
  • De totale kosten hebben duizend euro bedragen.
  • De omzet heeft dit jaar meer dan vorig jaar bedragen.
  • De afstand tussen de twee steden heeft tweehonderd kilometer bedragen.
  • Het aantal deelnemers heeft honderd bedragen.