bekletsen

Conjugations List of Bekletsen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbekletsbekletsteheb bekletst
jij, je, ubekletstbekletstehebt bekletst
hij, zij, hetbekletstbekletsteheeft bekletst
wijbekletsenbekletstenhebben bekletst
julliebekletsenbekletstenhebben bekletst
zij, zebekletsenbekletstenhebben bekletst

Presens

Example presens sentences for Bekletsen with some of the pronouns.

  • Ik beklets
  • Jij bekletst
  • Hij/Zij bekletst
  • Wij bekletsen
  • Jullie bekletsen

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Bekletsen with some of the pronouns.

  • Ik beklette
  • Jij beklette
  • Hij/Zij beklette
  • Wij bekledden
  • Jullie bekledden

Perfectum

Example perfectum sentences for Bekletsen with some of the pronouns.

  • Ik heb bekletst
  • Jij hebt bekletst
  • Hij/Zij heeft bekletst
  • Wij hebben bekletst
  • Jullie hebben bekletst