besommen

Conjugations List of Besommen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbesombesomdeheb besomd
jij, je, ubesomtbesomdehebt besomd
hij, zij, hetbesomtbesomdeheeft besomd
wijbesommenbesomdenhebben besomd
julliebesommenbesomdenhebben besomd
zij, zebesommenbesomdenhebben besomd

Presens
Beta

Example presens sentences for Besommen with some of the pronouns.

  • Ik bezom me op de toekomstige plannen.
  • Jij bezomt je met belangrijke taken.
  • Hij/Zij/Het bezomt zich niet met onbelangrijke zaken.
  • Wij bezommen ons op de financiële aspecten van het project.
  • Jullie bezommen je met de organisatie van het evenement.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Besommen with some of the pronouns.

  • Ik bezon me op de problemen die we destijds hadden.
  • Jij bezon je altijd op de beste strategieën.
  • Hij/Zij/Het bezon zich vaak op de risico's van het werk.
  • Wij bezonnen ons op de mogelijkheden om te verbeteren.
  • Jullie bezonnen je op de vorige vergadering.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Besommen with some of the pronouns.

  • Ik heb me bezonnen op de mogelijke oplossingen.
  • Jij hebt je bezonnen over je carrièrekeuzes.
  • Hij/Zij/Het heeft zich bezonnen op de gevolgen van zijn acties.
  • Wij hebben ons bezonnen op de consequenties van het besluit.
  • Jullie hebben je bezonnen op de juiste aanpak.