betrachten
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | betracht | betrachtte | heb betracht |
| jij, je, u | betracht | betrachtte | hebt betracht |
| hij, zij, het | betracht | betrachtte | heeft betracht |
| wij | betrachten | betrachtten | hebben betracht |
| jullie | betrachten | betrachtten | hebben betracht |
| zij, ze | betrachten | betrachtten | hebben betracht |
PresensBeta
Example presens sentences for Betrachten with some of the pronouns.
- Ik betracht de schoonheid van de natuur.
- Jij betracht altijd nauwkeurigheid in je werk.
- Hij betrekt zijn medewerkers bij belangrijke beslissingen.
- Zij betrachten eerlijkheid in al hun handelingen.
- Wij betrachten zorgvuldigheid bij het uitvoeren van onze taken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Betrachten with some of the pronouns.
- Ik betrachtte vroeger meer geduld met mijn kinderen.
- Jij betrachtte altijd oprechtheid in je uitspraken.
- Hij betrachtte meer voorzichtigheid na het ongeluk.
- Zij betrachtten eerder meer aandacht voor detail.
- Wij betrachtten vroeger minder flexibiliteit in ons werk.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Betrachten with some of the pronouns.
- Ik heb de situatie grondig betracht.
- Jij hebt de regels strikt betracht.
- Hij heeft het advies serieus betracht.
- Zij hebben de vereisten nauwgezet betracht.
- Wij hebben de wensen van de klant volledig betracht.