zichten

Conjugations List of Zichten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzichtzichtteheb gezicht
jij, je, uzichtzichttehebt gezicht
hij, zij, hetzichtzichtteheeft gezicht
wijzichtenzichttenhebben gezicht
julliezichtenzichttenhebben gezicht
zij, zezichtenzichttenhebben gezicht

Presens
Beta

Example presens sentences for Zichten with some of the pronouns.

  • Ik zicht regelmatig naar de sterren.
  • Jij zicht altijd mooie landschappen tijdens je reizen.
  • Hij/zij/het zicht graag vogels in de tuin.
  • Wij zichten vaak samen naar de zonsondergang.
  • Jullie zichten elke dag naar het nieuws op televisie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Zichten with some of the pronouns.

  • Vroeger zicht ik vaak naar tekenfilms op zaterdagochtend.
  • Toen ik jong was, zicht ik altijd met mijn vrienden naar voetbalwedstrijden.
  • Elke zomer zicht mijn familie naar het strand.
  • Tijdens mijn studententijd zicht ik regelmatig naar concerten.
  • Vorig jaar zicht ik voor het eerst naar een opera.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Zichten with some of the pronouns.

  • Ik heb gisteren naar een prachtige zonsondergang gezicht.
  • Jij bent al naar verschillende musea gezicht.
  • Hij/zij/het heeft nog nooit zo'n spectaculaire vuurwerkshow gezicht.
  • Wij zijn naar de top van de berg gezicht.
  • Jullie hebben vorige week naar een interessante documentaire gezicht.