verwijten

Conjugations List of Verwijten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverwijtverweetheb verweten
jij, je, uverwijtverweethebt verweten
hij, zij, hetverwijtverweetheeft verweten
wijverwijtenverwetenhebben verweten
jullieverwijtenverwetenhebben verweten
zij, zeverwijtenverwetenhebben verweten

Presens
Beta

Example presens sentences for Verwijten with some of the pronouns.

  • Ik verwijt hem zijn gebrek aan inzet.
  • Jij verwijt mij altijd alles.
  • Hij verwijt haar dat ze niet naar hem luistert.
  • Wij verwijten jullie gebrek aan communicatie.
  • Zij verwijten de regering haar beslissingen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verwijten with some of the pronouns.

  • Ik verwijtte hem zijn gebrek aan inzet.
  • Jij verwijtte mij altijd alles.
  • Hij verwijtte haar dat ze niet naar hem luisterde.
  • Wij verwijtten jullie gebrek aan communicatie.
  • Zij verwijtten de regering haar beslissingen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verwijten with some of the pronouns.

  • Ik heb hem zijn gebrek aan inzet verweten.
  • Jij hebt mij altijd alles verweten.
  • Hij heeft haar verweten dat ze niet naar hem luisterde.
  • Wij hebben jullie gebrek aan communicatie verweten.
  • Zij hebben de regering haar beslissingen verweten.