bevlekken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bevlek | bevlekte | heb bevlekt |
jij, je, u | bevlekt | bevlekte | hebt bevlekt |
hij, zij, het | bevlekt | bevlekte | heeft bevlekt |
wij | bevlekken | bevlekten | hebben bevlekt |
jullie | bevlekken | bevlekten | hebben bevlekt |
zij, ze | bevlekken | bevlekten | hebben bevlekt |
PresensBeta
Example presens sentences for Bevlekken with some of the pronouns.
- Ik bevlek
- Jij bevlekt
- Hij/Zij/Het bevlekt
- Wij bevlekken
- Jullie bevlekken
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bevlekken with some of the pronouns.
- Ik bevlekte
- Jij bevlektee
- Hij/Zij/Het bevlektee
- Wij bevlekten
- Jullie bevlekten
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bevlekken with some of the pronouns.
- Ik heb bevlekt
- Jij hebt bevlekt
- Hij/Zij/Het heeft bevlekt
- Wij hebben bevlekt
- Jullie hebben bevlekt