bevorderen

Conjugations List of Bevorderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbevorderbevorderdeheb bevorderd
jij, je, ubevordertbevorderdehebt bevorderd
hij, zij, hetbevordertbevorderdeheeft bevorderd
wijbevorderenbevorderdenhebben bevorderd
julliebevorderenbevorderdenhebben bevorderd
zij, zebevorderenbevorderdenhebben bevorderd

Presens
Beta

Example presens sentences for Bevorderen with some of the pronouns.

  • Ik bevorder de samenwerking tussen verschillende afdelingen.
  • Jij bevordert je taalvaardigheid door regelmatig te oefenen.
  • Hij/zij bevordert de duurzaamheid in het bedrijf.
  • Wij bevorderen gelijke kansen voor iedereen.
  • Zij bevorderen de innovatie binnen het team.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bevorderen with some of the pronouns.

  • Ik bevorderde de samenwerking tussen verschillende afdelingen.
  • Jij bevorderde je taalvaardigheid door regelmatig te oefenen.
  • Hij/zij bevorderde de duurzaamheid in het bedrijf.
  • Wij bevorderden gelijke kansen voor iedereen.
  • Zij bevorderden de innovatie binnen het team.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bevorderen with some of the pronouns.

  • Ik heb de samenwerking tussen verschillende afdelingen bevorderd.
  • Jij hebt je taalvaardigheid bevorderd door regelmatig te oefenen.
  • Hij/zij heeft de duurzaamheid in het bedrijf bevorderd.
  • Wij hebben gelijke kansen voor iedereen bevorderd.
  • Zij hebben de innovatie binnen het team bevorderd.