bijdraaien

Conjugations List of Bijdraaien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdraai bijdraaide bijheb bijgedraaid
jij, je, udraait bijdraaide bijhebt bijgedraaid
hij, zij, hetdraait bijdraaide bijheeft bijgedraaid
wijdraaien bijdraaiden bijhebben bijgedraaid
julliedraaien bijdraaiden bijhebben bijgedraaid
zij, zedraaien bijdraaiden bijhebben bijgedraaid

Presens
Beta

Example presens sentences for Bijdraaien with some of the pronouns.

  • Ik draai bij tijdens de vergadering.
  • Jij draait bij in de keuken.
  • Hij draait bij in zijn studie.
  • Zij draait bij op het werk.
  • Wij draaien bij na een lange wandeling.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bijdraaien with some of the pronouns.

  • Ik draaide bij toen ik de juiste informatie kreeg.
  • Jij draaide bij nadat je de situatie begreep.
  • Hij draaide bij na een lang gesprek.
  • Zij draaide bij toen ze de fout erkende.
  • Wij draaiden bij nadat we onze excuses aanboden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bijdraaien with some of the pronouns.

  • Ik ben bijgedraaid na een goede nachtrust.
  • Jij bent bijgedraaid na je vakantie.
  • Hij is bijgedraaid na zijn ziekenhuisopname.
  • Zij is bijgedraaid na een moeilijke periode.
  • Wij zijn bijgedraaid na een ontspannende massage.