binnenrollen

Conjugations List of Binnenrollen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrol binnenrolde binnenheb binnengerold
jij, je, urolt binnenrolde binnenhebt binnengerold
hij, zij, hetrolt binnenrolde binnenheeft binnengerold
wijrollen binnenrolden binnenhebben binnengerold
jullierollen binnenrolden binnenhebben binnengerold
zij, zerollen binnenrolden binnenhebben binnengerold

Presens

Example presens sentences for Binnenrollen with some of the pronouns.

  • Ik rol binnen in de klas.
  • Jij rolt binnen in het café.
  • Hij/Zij/Het rolt binnen in het theater.
  • Wij rollen binnen op het feest.
  • Jullie rollen binnen in de winkel.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Binnenrollen with some of the pronouns.

  • Ik rolde binnen in de klas.
  • Jij rolde binnen in het café.
  • Hij/Zij/Het rolde binnen in het theater.
  • Wij rolden binnen op het feest.
  • Jullie rolden binnen in de winkel.

Perfectum

Example perfectum sentences for Binnenrollen with some of the pronouns.

  • Ik ben binnenrollen in de klas.
  • Jij bent binnenrollen in het café.
  • Hij/Zij/Het is binnenrollen in het theater.
  • Wij zijn binnenrollen op het feest.
  • Jullie zijn binnenrollen in de winkel.