blijken

Conjugations List of Blijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikblijkbleekben gebleken
jij, je, ublijktbleekbent gebleken
hij, zij, hetblijktbleekis gebleken
wijblijkenblekenzijn gebleken
jullieblijkenblekenzijn gebleken
zij, zeblijkenblekenzijn gebleken

Presens
Beta

Example presens sentences for Blijken with some of the pronouns.

  • Het blijkt dat hij gelijk heeft.
  • Ik blijk een talent te hebben voor muziek.
  • Jullie blijken goed te kunnen samenwerken.
  • De resultaten blijken veelbelovend te zijn.
  • Het blijkt dat de vergadering is verplaatst.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Blijken with some of the pronouns.

  • Het bleek dat hij gelijk had.
  • Ik bleek een talent te hebben voor muziek.
  • Jullie bleken goed te kunnen samenwerken.
  • De resultaten bleken veelbelovend te zijn.
  • Het bleek dat de vergadering was verplaatst.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Blijken with some of the pronouns.

  • Het is gebleken dat hij gelijk had.
  • Ik ben een talent gebleken te hebben voor muziek.
  • Jullie zijn goed gebleken te kunnen samenwerken.
  • De resultaten zijn veelbelovend gebleken te zijn.
  • Het is gebleken dat de vergadering was verplaatst.