vertreden

Conjugations List of Vertreden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvertreedvertradheb vertreden
jij, je, uvertreedtvertradhebt vertreden
hij, zij, hetvertreedtvertradheeft vertreden
wijvertredenvertradenhebben vertreden
jullievertredenvertradenhebben vertreden
zij, zevertredenvertradenhebben vertreden

Presens
Beta

Example presens sentences for Vertreden with some of the pronouns.

  • Ik vertreed de regels in dit spel.
  • Jij vertreedt de wet met je gedrag.
  • Hij vertreedt de grenzen van fatsoen.
  • Wij vertreden de afspraken niet.
  • Zij vertreden de normen van goede smaak.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vertreden with some of the pronouns.

  • Ik vertreden de regels in dat spel.
  • Jij vertreedt de wet met je gedrag.
  • Hij vertreedde de grenzen van fatsoen.
  • Wij vertreden de afspraken niet.
  • Zij vertreden de normen van goede smaak.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vertreden with some of the pronouns.

  • Ik heb de regels overtreden in dat spel.
  • Jij hebt de wet overtreden met je gedrag.
  • Hij heeft de grenzen van fatsoen overtreden.
  • Wij hebben de afspraken niet overtreden.
  • Zij hebben de normen van goede smaak overtreden.