binnenschrijden

Conjugations List of Binnenschrijden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschrijd binnenschreed binnenben binnengeschreden
jij, je, uschrijdt binnenschreed binnenbent binnengeschreden
hij, zij, hetschrijdt binnenschreed binnenis binnengeschreden
wijschrijden binnenschreden binnenzijn binnengeschreden
jullieschrijden binnenschreden binnenzijn binnengeschreden
zij, zeschrijden binnenschreden binnenzijn binnengeschreden

Presens
Beta

Example presens sentences for Binnenschrijden with some of the pronouns.

  • Ik schrijd binnen in de klas.
  • Jij schrijdt binnen in het huis.
  • Hij/Zij/Het schrijdt binnen in het museum.
  • Wij schrijden binnen in de winkel.
  • Zij schrijden binnen in het theater.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Binnenschrijden with some of the pronouns.

  • Ik schreed binnen in de kamer.
  • Jij schreed binnen in het park.
  • Hij/Zij/Het schreed binnen in het kantoor.
  • Wij schreden binnen in de school.
  • Zij schreden binnen in het ziekenhuis.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Binnenschrijden with some of the pronouns.

  • Ik ben binnengeschreden in de tuin.
  • Jij bent binnengeschreden in de bibliotheek.
  • Hij/Zij/Het is binnengeschreden in het restaurant.
  • Wij zijn binnengeschreden in de bioscoop.
  • Zij zijn binnengeschreden in het stadion.