opveren

Conjugations List of Opveren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikveer opveerde opben opgeveerd
jij, je, uveert opveerde opbent opgeveerd
hij, zij, hetveert opveerde opis opgeveerd
wijveren opveerden opzijn opgeveerd
jullieveren opveerden opzijn opgeveerd
zij, zeveren opveerden opzijn opgeveerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Opveren with some of the pronouns.

  • Ik veer op tijdens de les.
  • Jij veert op als je muziek hoort.
  • Hij veert op na een goede nachtrust.
  • Wij veren op wanneer we samen sporten.
  • Zij veren op van positieve feedback.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opveren with some of the pronouns.

  • Ik veerde op toen ik het goede nieuws hoorde.
  • Jij veerde op tijdens het concert van je favoriete band.
  • Hij veerde op terwijl hij naar de komedieshow keek.
  • Wij veerden op na het winnen van de wedstrijd.
  • Zij veerden op toen ze de zonsondergang zagen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opveren with some of the pronouns.

  • Ik ben opgeveerd nadat ik mijn examens had afgerond.
  • Jij bent opgeveerd sinds je die promotie hebt gekregen.
  • Hij is opgeveerd na zijn herstel van de blessure.
  • Wij zijn opgeveerd dankzij de steun van onze vrienden.
  • Zij zijn opgeveerd na het behalen van hun doelen.