brutaliseren

Conjugations List of Brutaliseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbrutaliseerbrutaliseerdeheb gebrutaliseerd
jij, je, ubrutaliseertbrutaliseerdehebt gebrutaliseerd
hij, zij, hetbrutaliseertbrutaliseerdeheeft gebrutaliseerd
wijbrutaliserenbrutaliseerdenhebben gebrutaliseerd
julliebrutaliserenbrutaliseerdenhebben gebrutaliseerd
zij, zebrutaliserenbrutaliseerdenhebben gebrutaliseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Brutaliseren with some of the pronouns.

  • Hij brutaliseert zijn tegenstanders tijdens het debat.
  • De jongen brutaliseert regelmatig zijn klasgenoten op school.
  • Zij brutaliseert de situatie door te schreeuwen en te schelden.
  • De groep jongeren brutaliseert het park met vandalisme en geweld.
  • De criminelen brutaliseren de buurt met hun drugsactiviteiten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Brutaliseren with some of the pronouns.

  • Hij brutaliseerde zijn tegenstanders tijdens het debat.
  • De jongen brutaliseerde regelmatig zijn klasgenoten op school.
  • Zij brutaliseerde de situatie door te schreeuwen en te schelden.
  • De groep jongeren brutaliseerde het park met vandalisme en geweld.
  • De criminelen brutaliseerden de buurt met hun drugsactiviteiten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Brutaliseren with some of the pronouns.

  • Hij heeft zijn tegenstanders tijdens het debat brutaliseerd.
  • De jongen heeft zijn klasgenoten op school regelmatig gebrutaliseerd.
  • Zij heeft de situatie gebrutaliseerd door te schreeuwen en te schelden.
  • De groep jongeren heeft het park gebrutaliseerd met vandalisme en geweld.
  • De criminelen hebben de buurt gebrutaliseerd met hun drugsactiviteiten.