clicheren

Conjugations List of Clicheren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikclicheerclicheerdeheb geclicheerd
jij, je, uclicheertclicheerdehebt geclicheerd
hij, zij, hetclicheertclicheerdeheeft geclicheerd
wijclicherenclicheerdenhebben geclicheerd
jullieclicherenclicheerdenhebben geclicheerd
zij, zeclicherenclicheerdenhebben geclicheerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Clicheren with some of the pronouns.

  • Ik cliqueer elke dag voor mijn werk.
  • Jij cliqueert graag in je vrije tijd.
  • Hij/Zij cliqueert altijd op dezelfde manier.
  • Wij cliqueeren samen op donderdagavonden.
  • Zij cliqueeren vaak op sociale media.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Clicheren with some of the pronouns.

  • Vroeger clicheerde ik veel meer dan nu.
  • Jij clichureerde toen je jong was.
  • Hij/Zij clicheerde regelmatig in die periode.
  • Wij clicheerden lang voordat we er genoeg van hadden.
  • Zij clicheerden altijd als ze gestrest waren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Clicheren with some of the pronouns.

  • Ik heb geclicheerd tijdens de vakantie.
  • Jij bent geclicheerd bij dat evenement.
  • Hij/Zij heeft al meerdere keren geclicheerd.
  • Wij zijn geclicheerd op onze reis naar Frankrijk.
  • Zij hebben geclicheerd tijdens het uitje.