committeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | committeer | committeerde | heb gecommitteerd |
jij, je, u | committeert | committeerde | hebt gecommitteerd |
hij, zij, het | committeert | committeerde | heeft gecommitteerd |
wij | committeren | committeerden | hebben gecommitteerd |
jullie | committeren | committeerden | hebben gecommitteerd |
zij, ze | committeren | committeerden | hebben gecommitteerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Committeren with some of the pronouns.
- Ik committeer me aan mijn werk.
- Jij committeert je aan de studie.
- Hij/zij committeert zich aan het project.
- Wij committeren ons aan duurzaamheid.
- Zij committeren zich aan het team.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Committeren with some of the pronouns.
- Ik committeerde me aan mijn werk.
- Jij committeerde je aan de studie.
- Hij/zij committeerde zich aan het project.
- Wij committeerden ons aan duurzaamheid.
- Zij committeerden zich aan het team.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Committeren with some of the pronouns.
- Ik heb me gecommitteerd aan mijn werk.
- Jij hebt je gecommitteerd aan de studie.
- Hij/zij heeft zich gecommitteerd aan het project.
- Wij hebben ons gecommitteerd aan duurzaamheid.
- Zij hebben zich gecommitteerd aan het team.