computeriseren

Conjugations List of Computeriseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikcomputeriseercomputeriseerdeheb gecomputeriseerd
jij, je, ucomputeriseertcomputeriseerdehebt gecomputeriseerd
hij, zij, hetcomputeriseertcomputeriseerdeheeft gecomputeriseerd
wijcomputeriserencomputeriseerdenhebben gecomputeriseerd
julliecomputeriserencomputeriseerdenhebben gecomputeriseerd
zij, zecomputeriserencomputeriseerdenhebben gecomputeriseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Computeriseren with some of the pronouns.

  • Ik computeriseer mijn administratie.
  • Jij computeriseert jouw werkprocessen.
  • Hij computeriseert zijn bedrijf.
  • Wij computeriseren de boekhouding.
  • Zij computeriseren de communicatie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Computeriseren with some of the pronouns.

  • Ik computeriseerde mijn administratie vorig jaar.
  • Jij computeriseerde jouw werkprocessen enkele jaren geleden.
  • Hij computeriseerde zijn bedrijf in het verleden.
  • Wij computeriseerden de boekhouding tijdens ons project.
  • Zij computeriseerden de communicatie toen ze bij ons werkten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Computeriseren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn administratie gecomputeriseerd.
  • Jij hebt jouw werkprocessen gecomputeriseerd.
  • Hij heeft zijn bedrijf gecomputeriseerd.
  • Wij hebben de boekhouding gecomputeriseerd.
  • Zij hebben de communicatie gecomputeriseerd.