counselen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | counsel | counselde | heb gecounseld |
jij, je, u | counselt | counselde | hebt gecounseld |
hij, zij, het | counselt | counselde | heeft gecounseld |
wij | counselen | counselden | hebben gecounseld |
jullie | counselen | counselden | hebben gecounseld |
zij, ze | counselen | counselden | hebben gecounseld |
PresensBeta
Example presens sentences for Counselen with some of the pronouns.
- Ik council elke dag met mijn studenten.
- Jij counselt graag mensen die advies nodig hebben.
- Hij/Zij councils vaak op professioneel gebied.
- Wij counselen onze cliƫnten zorgvuldig.
- Jullie counselen samen als een team.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Counselen with some of the pronouns.
- Ik counselde vroeger veel jongeren in nood.
- Jij counselde regelmatig mensen met stressproblemen.
- Hij/Zij counselde gedurende lange tijd in die gemeenschap.
- Wij counselden intensief tijdens de crisisperiode.
- Jullie counseldden met veel toewijding en passie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Counselen with some of the pronouns.
- Ik heb gecounseld tijdens de conferentie vorige week.
- Jij hebt mensen succesvol gecounseld in het verleden.
- Hij/Zij heeft al vele jaren gecounseld.
- Wij hebben onlangs enkele moeilijke gevallen gecounseld.
- Jullie hebben heel wat ervaring opgedaan door te counselen.