creëren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | creëer | creëerde | heb gecreëerd |
jij, je, u | creëert | creëerde | hebt gecreëerd |
hij, zij, het | creëert | creëerde | heeft gecreëerd |
wij | creëren | creëerden | hebben gecreëerd |
jullie | creëren | creëerden | hebben gecreëerd |
zij, ze | creëren | creëerden | hebben gecreëerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Creëren with some of the pronouns.
- Ik creëer een nieuw kunstwerk.
- Jij creëert een gezellige sfeer in de kamer.
- Hij/zij/het creëert een innovatieve oplossing voor het probleem.
- Wij creëren een positieve werkomgeving.
- Jullie creëren een unieke beleving voor de gasten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Creëren with some of the pronouns.
- Vroeger creëerde ik mijn eigen kleding.
- Toen jij jong was, creëerde je fantastische verhalen.
- Hij/zij/het creëerde een prachtige tuin in zijn vrije tijd.
- Wij creëerden samen mooie herinneringen op vakantie.
- Jullie creëerden een gezellige sfeer tijdens het feest.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Creëren with some of the pronouns.
- Ik heb een prachtig schilderij gecreëerd.
- Jij hebt een succesvolle campagne gecreëerd.
- Hij/zij/het heeft een nieuw recept gecreëerd.
- Wij hebben een inspirerende presentatie gecreëerd.
- Jullie hebben een indrukwekkend gebouw gecreëerd.