declineren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | declineer | declineerde | heb gedeclineerd |
jij, je, u | declineert | declineerde | hebt gedeclineerd |
hij, zij, het | declineert | declineerde | heeft gedeclineerd |
wij | declineren | declineerden | hebben gedeclineerd |
jullie | declineren | declineerden | hebben gedeclineerd |
zij, ze | declineren | declineerden | hebben gedeclineerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Declineren with some of the pronouns.
- Ik declineer de woorden in de Nederlandse taal.
- Jij declineert het zelfstandig naamwoord correct.
- Hij/Zij declineert regelmatig werkwoorden.
- Wij declineren de bijvoeglijke naamwoorden volgens de geslachten.
- Jullie declineeren de lidwoorden foutloos.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Declineren with some of the pronouns.