miskleunen

Conjugations List of Miskleunen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkleun miskleunde misheb misgekleund
jij, je, ukleunt miskleunde mishebt misgekleund
hij, zij, hetkleunt miskleunde misheeft misgekleund
wijkleunen miskleunden mishebben misgekleund
julliekleunen miskleunden mishebben misgekleund
zij, zekleunen miskleunden mishebben misgekleund

Presens
Beta

Example presens sentences for Miskleunen with some of the pronouns.

  • Ik miskleun regelmatig tijdens het maken van wiskunde-oefeningen.
  • Jij miskleunt vaak bij het uitspreken van moeilijke woorden.
  • Hij miskleunt zelden tijdens het spelen van een muziekinstrument.
  • Zij miskleunen soms in de keuken bij het bereiden van nieuwe recepten.
  • Wij miskleunen nooit tijdens het schrijven van formele brieven.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Miskleunen with some of the pronouns.

  • Vroeger miskleunde ik regelmatig tijdens mijn optredens als acteur.
  • Toen we jong waren, miskleunden we vaak tijdens spelletjes.
  • Hij miskleunde herhaaldelijk tijdens de trainingen voor het toernooi.
  • In die periode miskleunden zij regelmatig bij belangrijke beslissingen.
  • Wij miskleunden altijd tijdens de jaarlijkse sportdag op school.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Miskleunen with some of the pronouns.

  • Ik heb vorige week flink gemiskleund tijdens de presentatie.
  • Jij bent al eerder in deze situatie gemiskleund.
  • Hij heeft gisteren opnieuw gemiskleund tijdens de wedstrijd.
  • Zij hebben meerdere keren gemiskleund bij het organiseren van evenementen.
  • Wij hebben tot nu toe nog niet gemiskleund met dit project.