ontgronden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontgrond | ontgrondde | heb ontgrond |
jij, je, u | ontgrondt | ontgrondde | hebt ontgrond |
hij, zij, het | ontgrondt | ontgrondde | heeft ontgrond |
wij | ontgronden | ontgrondden | hebben ontgrond |
jullie | ontgronden | ontgrondden | hebben ontgrond |
zij, ze | ontgronden | ontgrondden | hebben ontgrond |
PresensBeta
Example presens sentences for Ontgronden with some of the pronouns.
- Ik ontgrond.
- Jij ontgrondt.
- Hij/Zij ontgrondt.
- Wij ontgronden.
- Jullie ontgronden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ontgronden with some of the pronouns.
- Ik ontgrondde.
- Jij ontgrondde.
- Hij/Zij ontgrondde.
- Wij ontgrondden.
- Jullie ontgrondden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ontgronden with some of the pronouns.
- Ik heb ontgrond.
- Jij hebt ontgrond.
- Hij/Zij heeft ontgrond.
- Wij hebben ontgrond.
- Jullie hebben ontgrond.