saven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | save | savede | heb gesaved |
jij, je, u | savet | savede | hebt gesaved |
hij, zij, het | savet | savede | heeft gesaved |
wij | saven | saveden | hebben gesaved |
jullie | saven | saveden | hebben gesaved |
zij, ze | saven | saveden | hebben gesaved |
Presens
Example presens sentences for Saven with some of the pronouns.
- Ik save mijn bestanden regelmatig.
- Jij saved je werk op de harde schijf.
- Hij/Zij/Het saved alle belangrijke documenten.
- Wij saven onze gegevens in de cloud.
- Jullie saven jullie foto's op een externe harde schijf.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Saven with some of the pronouns.
- Ik savede vroeger mijn bestanden op een USB-stick.
- Jij savede altijd je werk voordat je de computer afsloot.
- Hij/Zij/Het savede vaak zonder na te denken.
- Wij saveden al onze gegevens op de oude computer.
- Jullie saveden jullie foto's op de computer van school.
Perfectum
Example perfectum sentences for Saven with some of the pronouns.
- Ik heb mijn bestanden gisteren gesaved.
- Jij hebt je werk al meerdere keren gesaved.
- Hij/Zij/Het heeft alle belangrijke documenten op tijd gesaved.
- Wij hebben onze gegevens veilig gesaved.
- Jullie hebben jullie foto's recentelijk gesaved.