tussenkomen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | kom tussen | kwam tussen | ben tussengekomen |
| jij, je, u | komt tussen | kwam tussen | bent tussengekomen |
| hij, zij, het | komt tussen | kwam tussen | is tussengekomen |
| wij | komen tussen | kwamen tussen | zijn tussengekomen |
| jullie | komen tussen | kwamen tussen | zijn tussengekomen |
| zij, ze | komen tussen | kwamen tussen | zijn tussengekomen |
PresensBeta
Example presens sentences for Tussenkomen with some of the pronouns.
- Ik kom altijd tussen bij ruzies.
- Hij komt regelmatig tussen in discussies.
- Zij komt vaak tussenbeide om problemen op te lossen.
- Wij komen soms tussen als bemiddelaars.
- Jullie komen zelden tussen bij meningsverschillen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Tussenkomen with some of the pronouns.
- Vroeger kwam ik altijd tussenbeide in dergelijke gevallen.
- Hij kwam regelmatig tussen in familiegeschillen.
- Zij kwamen vaak tussenbeide om misverstanden op te helderen.
- Wij kwamen soms tussen als er onenigheid was.
- Jullie kwamen zelden tussenbeide zonder goede reden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Tussenkomen with some of the pronouns.
- Ik ben tussenbeide gekomen toen het nodig was.
- Hij is eerder tussenkomen in vergelijkbare situaties.
- Zij is al vaker tussenbeide gekomen bij conflicten.
- Wij zijn gisteren tussenbeide gekomen tijdens de vergadering.
- Jullie zijn nog niet eerder tussenbeide gekomen bij deze zaak.