doorrijden

Conjugations List of Doorrijden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrij door rijd doorreed doorben doorgereden
jij, je, urijdt doorreed doorbent doorgereden
hij, zij, hetrijdt doorreed dooris doorgereden
wijrijden doorreden doorzijn doorgereden
jullierijden doorreden doorzijn doorgereden
zij, zerijden doorreden doorzijn doorgereden

Presens
Beta

Example presens sentences for Doorrijden with some of the pronouns.

  • Ik rij door naar mijn werk.
  • Jij rijdt door naar het ziekenhuis.
  • Hij/Zij rijdt door zonder te stoppen.
  • Wij rijden door de stad op zoek naar een parkeerplaats.
  • Jullie rijden door de file heen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doorrijden with some of the pronouns.

  • Ik reed door naar mijn werk.
  • Jij reed door naar het ziekenhuis.
  • Hij/Zij reed door zonder te stoppen.
  • Wij reden door de stad op zoek naar een parkeerplaats.
  • Jullie reden door de file heen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doorrijden with some of the pronouns.

  • Ik ben doorgereden naar mijn werk.
  • Jij bent doorgereden naar het ziekenhuis.
  • Hij/Zij is doorgereden zonder te stoppen.
  • Wij zijn doorgereden door de stad op zoek naar een parkeerplaats.
  • Jullie zijn doorgereden door de file heen.