villen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vil | vilde | heb gevild |
jij, je, u | vilt | vilde | hebt gevild |
hij, zij, het | vilt | vilde | heeft gevild |
wij | villen | vilden | hebben gevild |
jullie | villen | vilden | hebben gevild |
zij, ze | villen | vilden | hebben gevild |
PresensBeta
Example presens sentences for Villen with some of the pronouns.
- Ik vil een konijn voor het diner.
- Jij vilt de huid van een dier om leer te maken.
- Hij/Zij vilt een schaap om wol te verkrijgen.
- Wij villen de veren van de vogels voor kussen vulling.
- Jullie villen het vel van de slang voor gebruik in de mode-industrie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Villen with some of the pronouns.
- Ik vilde een konijn voor het diner.
- Jij vilde de huid van een dier om leer te maken.
- Hij/Zij vilde een schaap om wol te verkrijgen.
- Wij vilden de veren van de vogels voor kussen vulling.
- Jullie vilden het vel van de slang voor gebruik in de mode-industrie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Villen with some of the pronouns.
- Ik heb het konijn gevild voor het diner.
- Jij hebt de huid van het dier gevild om leer te maken.
- Hij/Zij heeft een schaap gevild om wol te verkrijgen.
- Wij hebben de veren van de vogels gevild voor kussen vulling.
- Jullie hebben het vel van de slang gevild voor gebruik in de mode-industrie.