vergroven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vergroof | vergroofde | heb vergroofd |
jij, je, u | vergrooft | vergroofde | hebt vergroofd |
hij, zij, het | vergrooft | vergroofde | heeft vergroofd |
wij | vergroven | vergroofden | hebben vergroofd |
jullie | vergroven | vergroofden | hebben vergroofd |
zij, ze | vergroven | vergroofden | hebben vergroofd |
PresensBeta
Example presens sentences for Vergroven with some of the pronouns.
- Ik vergroef de aarde om te planten.
- Jij vergroeft de planken om een tafel te maken.
- Hij vergroeft zijn woorden door ze steeds harder te uiten.
- Zij vergroeft haar gezicht met make-up voor het feest.
- Wij vergroeven het geheim in onze gesprekken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vergroven with some of the pronouns.
- Ik vergroef altijd de aarde om te planten.
- Jij vergroef vaak de planken om een tafel te maken.
- Hij vergroef vroeger zijn woorden door ze steeds harder te uiten.
- Zij vergroef regelmatig haar gezicht met make-up voor het feest.
- Wij vergroeven het geheim altijd in onze gesprekken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vergroven with some of the pronouns.
- Ik heb de aarde vergroefd om te planten.
- Jij hebt de planken vergroefd om een tafel te maken.
- Hij heeft zijn woorden vergroefd door ze steeds harder te uiten.
- Zij heeft haar gezicht vergroefd met make-up voor het feest.
- Wij hebben het geheim vergroefd in onze gesprekken.