decollectiviseren

Conjugations List of Decollectiviseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdecollectiviseerdecollectiviseerdeheb gedecollectiviseerd
jij, je, udecollectiviseertdecollectiviseerdehebt gedecollectiviseerd
hij, zij, hetdecollectiviseertdecollectiviseerdeheeft gedecollectiviseerd
wijdecollectiviserendecollectiviseerdenhebben gedecollectiviseerd
julliedecollectiviserendecollectiviseerdenhebben gedecollectiviseerd
zij, zedecollectiviserendecollectiviseerdenhebben gedecollectiviseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Decollectiviseren with some of the pronouns.

  • Ik decollectiviseer de landbouwsector.
  • Jij decollectiviseert de economie.
  • Hij/Zij decollectiviseert het systeem.
  • Wij decollectiviseren de collectieve instellingen.
  • Jullie decollectiviseren de maatschappij.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Decollectiviseren with some of the pronouns.

  • Ik decollectiviseerde de landbouwsector.
  • Jij decollectiviseerde de economie.
  • Hij/Zij decollectiviseerde het systeem.
  • Wij decollectiviseerden de collectieve instellingen.
  • Jullie decollectiviseerden de maatschappij.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Decollectiviseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de landbouwsector gedecollectiviseerd.
  • Jij hebt de economie gedecollectiviseerd.
  • Hij/Zij heeft het systeem gedecollectiviseerd.
  • Wij hebben de collectieve instellingen gedecollectiviseerd.
  • Jullie hebben de maatschappij gedecollectiviseerd.