inschakelen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schakel in | schakelde in | heb ingeschakeld |
jij, je, u | schakelt in | schakelde in | hebt ingeschakeld |
hij, zij, het | schakelt in | schakelde in | heeft ingeschakeld |
wij | schakelen in | schakelden in | hebben ingeschakeld |
jullie | schakelen in | schakelden in | hebben ingeschakeld |
zij, ze | schakelen in | schakelden in | hebben ingeschakeld |
PresensBeta
Example presens sentences for Inschakelen with some of the pronouns.
- Ik schakel de computer in om te beginnen met werken.
- Jij schakelt de televisie in om je favoriete programma te kijken.
- Hij schakelt de lampen in voordat het donker wordt.
- Wij schakelen de verwarming in omdat het koud is.
- Zij schakelen de alarmfunctie van de auto in als ze weggaan.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inschakelen with some of the pronouns.
- Vroeger schakelde ik altijd mijn broer in voor technische problemen.
- Toen ik jong was, schakelde ik mijn ouders in bij moeilijke beslissingen.
- Hij schakelde regelmatig zijn collega's in om hem te helpen met zijn werk.
- Wij schakelden vaak onze buurman in om op onze huisdieren te passen.
- Als kind schakelden zij hun vrienden in om samen te spelen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inschakelen with some of the pronouns.
- Ik heb de hulp van een expert ingeschakeld om het probleem op te lossen.
- Jij hebt de diensten van een monteur ingeschakeld om je auto te repareren.
- Hij heeft een advocaat ingeschakeld om juridisch advies te krijgen.
- Wij hebben een loodgieter ingeschakeld om de lekkage te verhelpen.
- Zij hebben een tuinman ingeschakeld om hun tuin te onderhouden.