depolitiseren

Conjugations List of Depolitiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdepolitiseerdepolitiseerdeheb gedepolitiseerd
jij, je, udepolitiseertdepolitiseerdehebt gedepolitiseerd
hij, zij, hetdepolitiseertdepolitiseerdeheeft gedepolitiseerd
wijdepolitiserendepolitiseerdenhebben gedepolitiseerd
julliedepolitiserendepolitiseerdenhebben gedepolitiseerd
zij, zedepolitiserendepolitiseerdenhebben gedepolitiseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Depolitiseren with some of the pronouns.

  • Ik depolitiseer de discussie.
  • Jij depolitiseert het beleid.
  • Hij/zij depolitiseert de kwestie.
  • Wij depolitiseren het vraagstuk.
  • Zij depolitiseren de maatschappij.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Depolitiseren with some of the pronouns.

  • Ik depolitiseerde de situatie.
  • Jij depolitiseerde het debat.
  • Hij/zij depolitiseerde de verkiezingen.
  • Wij depolitiseerden het standpunt.
  • Zij depolitiseerden de organisatie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Depolitiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb gedepolitiseerd.
  • Jij hebt gedepolitiseerd.
  • Hij/zij heeft gedepolitiseerd.
  • Wij hebben gedepolitiseerd.
  • Zij hebben gedepolitiseerd.